Zet mij maar lekker op een plek met veel licht, maar niet met volle zon! Bijvoorbeeld voor een raam op het westen of oosten, of twee meter van een raam op het zuiden. Worden mijn stelen erg lang en gaan mijn zware bladeren hierdoor hangen? Dan krijg ik niet genoeg licht! Draai mij af en toe ook een stukje zodat al mijn bladeren genoeg licht kunnen krijgen, ik groei namelijk naar het licht toe. Zet me op een plekje uit de tocht en verplaats mij niet te vaak.

Ik vind een licht vochtige grond erg fijn en droog liever niet uit, want dan gaan mijn blaadjes slap hangen. Geef mij nooit te veel water, want dit veroorzaakt wortelrot. Regelmatig een slokje lauwwarm water is voor mij voldoende. Dit verschilt wel per seizoen: in de winter drink ik minder dan in de zomer, omdat het in de zomer warmer en lichter is. Daarnaast geldt ook: hoe lichter de standplaats, hoe meer ik drink. Geef mij water van onderaf, dat is beter voor mijn wortels en hierdoor verklein je ook de kans op beestjes. Ook kan ik zo de hoeveelheid water opnemen die ik nodig heb. De rest van het water mag je, nadat ik een kwartiertje gedronken heb, aan een andere plant geven. Tussentijds kan je voelen met je vinger hoe nat de grond is. Plakt er aarde aan je vinger nadat je deze in de potgrond stopt? Dan heb ik nog voldoende water. Is je vinger droog en schoon? Geef mij dan wat te drinken. Til me ook gerust eens op. Ben ik zwaar als een boom? Dan heb ik genoeg te drinken. Ben ik zo licht als een blaadje? Dan lust ik wel een slokje. Proost!

Ik vind het erg fijn om tijdens het groeiseizoen van maart tot september twee keer per maand wat plantenvoeding te krijgen. Geef nooit te veel en houd je altijd aan de hoeveelheid die op de verpakking staat. Te veel plantenvoeding is namelijk niet goed voor mij. Buiten het groeiseizoen om hoef je mij geen plantenvoeding te geven, aangezien ik in deze periode in rust ben en dus geen voeding nodig heb.

Als je mij net hebt gekocht, hoef je mij de eerste maanden niet te verpotten. Ik heb namelijk eerst al mijn energie nodig om te wennen aan mijn nieuwe omgeving. Je kunt mij natuurlijk wel met mijn kweekpot in een decoratieve pot zetten. Na de eerste keer verpotten vind ik eens in de twee jaar een nieuwe pot, die 20% groter is dan de vorige, erg fijn. Wel in het voorjaar, dan ben ik het sterkste. Ook vind ik verse potgrond erg fijn, deze zit namelijk vol met voedingsstoffen. Soms kan het voorkomen dat ik een flinke groeispurt doormaak en eerder een nieuwe pot nodig heb, bijvoorbeeld wanneer mijn wortels aan de onderkant door de pot heen komen.

Gebruik altijd een binnenpot in een decoratieve pot. Zo kun je makkelijker checken of je mij te veel water geeft, door te controleren of er water onderin mijn pot blijft staan. Ook kun je mij zo gemakkelijker water van onderaf geven.

Wil je mij snoeien? In principe hoeft dit niet. Mocht je dit toch willen, omdat je bijvoorbeeld mijn vorm niet mooi meer vindt of omdat ik oud blad heb dat geel verkleurd, dan kun je mijn bladsteel tot 2 centimeter boven de stam afknippen. Doe dit altijd met een scherpe, schone schaar en in het voorjaar zodat ik snel van mijn knipbeurt kan herstellen.

Ik ben een echte luchtzuiveraar! Zo zorg ik ervoor dat de ruimte waarin ik sta wordt voorzien van schone lucht. Dit doe ik door de CO2 in de lucht om te zetten in zuurstof. Hierdoor krijg jij een boost van energie, focus en creativiteit.

Het kan zijn dat ik via mijn bladeren wel eens wat druppeltjes water verlies. Dit gebeurt vaak wanneer ik te veel water heb gehad. Dit heet guttatie, en wordt ook wel ‘zweten’ genoemd.

Nee, ik ben niet eetbaar.